De Dam
Als je het over Amsterdam hebt, dan heb je het over de Dam. Dat plein met die duiven waar het ‘Paleis op de Dam’ staat, de Nieuwe Kerk en het Nationaal monument ter herdenking van de tweede wereldoorlog. Dat paleis was ooit ons stadhuis, zo nieuw is de Nieuwe Kerk niet op de NieuweZijds Voorburgwal maar wel iets nieuwer dan de ‘Oude Kerk’ op de OudeZijds Voorburgwal. En dat Nationaal Monument… tsja, dat staat er sinds 1956 een beetje lelijk te wezen, komt jaarlijks op 4 mei even landelijk in de belangstelling en is net iets ouder dan ik ben. Op dinsdagochtend sta ik hier, ik heb net een cadeautje gekocht en opgehaald bij het Japanse Winkeltje op de Nieuwezijds. Een endje verderop zijn twee heren met elkaar in gesprek aangekeken door ietwat amateuristisch aandoende camera’s. Het gaat vast wel over de Coronagekte, een betere plek om het gedachtegoed van de VirusWaanzin te illustreren is er momenteel bijna niet. Het is hier merkwaardig leeg en stil. De duiven hebben het rijk nog net niet helemaal alleen en dat is doorgaans heel anders. Ze laten me overigens zonder blikken of blozen dichterbij komen, die duiven zijn wel wat gewend.
Ooit een dam in de Amstel en daarmee de naamgever van de stad die zich hieromheen ontwikkelde is De Dam nog steeds het centrale deel van de stad dat zo aantrekkelijk is voor toeristen. Die vertonen zich momenteel nauwelijks en ook het winkelen voor de Amsterdammers is tijdelijk opgeschort. Daar sta je dan met je fiets aan de hand op een historische plek in allerlei opzichten. Er was hier een vismarkt, er vond rechtspraak plaats in het stadhuis, het oude stadhuis fikte hier af, schepen legden aan tot in de 19e eeuw, dat kun je je toch niet voorstellen met de Bijenkorf in de overkant in het zicht. Duitse soldaten schoten er op 7 mei 1945 minstens 32 mensen dood vanaf het balkon van De Groote Club toen Amsterdammers feestelijk de bevrijding vierden. Er waren wat balkonscenes bij enige kroningen van Koningen en Koninginnen en in 1966 werd de Dam ontruimd tijdens de bruiloft van toen nog prinses Beatrix en haar man Claus, de sfeer was wat rellerig... Er sliepen hippies bij het monument die Damslapers werden genoemd. Ze werden later weg gemept door Mariniers uit Den Helder en Doorn, die aldus geheel zelfstandig de door hun gewenste orde kwamen herstellen. Toen Theo van Gogh werd vermoord op 2 november 2004 stonden er ’s avonds 20.000 mensen lawaai te maken in luidruchtig protest. Tijdens de 4 mei herdenking in 2010 werd er door 1 man geschreeuwd en ontstond er paniek met vele gewonden tot gevolg. Nu sta ik er naast mijn fiets op de standaard een foto te maken van de duiffies. Voel ik me hier nu thuis? Of is ook voor mij de Dam vooral een toeristische plek en ietwat een enigma. Ooit, eind jaren ’70 fietste ik over de Dam naar huis, licht aangeschoten na enig kroegbezoek. Midden in de nacht is de stad van jou als je er woont en leeft. Een drietal jongens schreeuwden naar mij, mijn wufte lange haren en opvallende jas vielen wellicht niet in de smaak en raakten kennelijk aan hun gevoel voor orde. Ik was bang, fietste door en er gebeurde verder niks. Vreemd dat dat nou juist de keer is dat ik me met die plek verbonden voel als Amsterdammer.