Floradorp

Vroeger, toen ik mijn jeugd versleet en me verveelde in Amsterdam Noord woonde een schoolvriend van mij in de Sneeuwbalstraat. Hij was net 18 geworden en reed al motor, een oude rode JAWA 350. Dat vonden we wel stoer. Sneeuwbalstraat, vreemde straatnaam, wist ik veel dat een sneeuwbal een mooie witte bloem is, net zoiets als de Hortensia! De wereld van de planten en bloemennamen was me toen en nu nog steeds vrijwel onbekend. Het is dat ik iemand ken uit Aalsmeer die ooit ook sneeuwballen kweekte, anders was ik daar nooit achter gekomen. Afijn, die jeugdherinnering komt moeiteloos naar boven nu ik door Floradorp wandel en de aangrenzende Bloemenbuurt. Op zoek naar Amsterdam. De Wingerdweg, de Kamperfoelieweg, Pinksterbloemstraat, Campanulastraat, Azaleastraat en alles wat er verder aan groen te verzinnen valt. Ik liep er nooit eerder zo bewust en kijk om me heen. Het besef dat dit ooit buurten waren, bedoeld om het arme volk uit de Jordaan, Uilenburg, Rapenburg te herhuisvesten maakt indruk. Een prachtige buurt met een dorps karakter. Al de kleine woninkjes stralen gemeenschapszin uit in hun eensgezindheid van klassieke vitrage, spulletjes in de vensterbank en de mogelijkheid om vrijuit naar binnen te kunnen kijken alwaar je kunt slalommen tussen het vele meubilair dat ongetwijfeld als gesellig zal zijn geboekstaafd. In mijn zoektocht naar het Amsterdam van mijn vader moet ik hier zijn, dat is duidelijk. Daar waar er voortuintjes zijn, worden kleine oases gecreëerd. De Canta, het vervoermiddel van de oudere burger in Amsterdam Noord verschijnt om elke hoek en de straten zijn proper en opgeruimd. Het doet me denken aan mijn vroege jeugd op Kattenburg. Daar woonde ik op “een trap”: drie verdiepingen en een zolder, op elke verdieping links en rechts toegang tot een woning en een ongeschreven wet die bepaalde wie er deze week de traptreden en de entree van het trappenhuis ging schoonmaken. In Tuindorp Nieuwendam ging dat net zo en na gedane arbeid ging mijn moeder dan op de koffie bij de ‘Buuv’, of omgekeerd, dat hing ook van de week af. De bovenbuurvrouw nam dan ook nog een glaasje sherry maar daar hield mijn moeder niet van.

Floradorp dus… en daarna volgt Tuttifrutti dorp, een oord dat niet voor de eeuwigheid bedoeld lijkt maar er wel al een eeuwigheid staat. Door de Ananasstraat, de Pruimenstraat en  het Bessenpad gaan we naar Tuindorp Oostzaan. Het zelfde laken een pak. Ook hier timmerden wethouder Wibaut en zijn ambtenaar Arie Keppler aan de weg in hun pogingen om de armoe te bestrijden en de arbeider op te stoten in de vaart der volkeren. Sinds 1999 staat aldaar op het Aldebaranplein een beeld van Keppler op het grasveld, gemaakt door een kleindochter van Wibaut.

Hoogtepunt wat mij betreft in die kruistocht van Wibaut c.s. is het theater Het Zonnehuis op het Zonneplein. Nog geheel oorspronkelijk in Amsterdamse School stijl straalt het je tegemoet. Het wordt toch hoog tijd dat ik daar eens naar binnen ga voor een mooie buurtgerichte voorstelling!

 

wandelingen — Op zoek naar Amsterdam

Vorige
Vorige

De Dam

Volgende
Volgende

De pont over het IJ